Tegen het einde van de maand juli gaan mijn gedachten nog wel eens uit naar wat er in 1945 allemaal gebeurde tijdens de Tweede Wereldoorlog. Europa vierde vanaf mei 1945 de bevrijding na de capitulatie van de nazi-Duitsland en de zelfmoord van Adolf Hitler. Een oorlog met meer dan 50 miljoen doden. Ook een unieke oorlog in de geschiedenis, waarin een machthebber op fabrieksmatige wijze, dus systematisch miljoenen mensen als “Untermensch” uit de Europese bevolking heeft getracht “zu ausradieren”.
Van 5 mei naar 15 augustus
Maar ondertussen woedde in de Pacific de oorlog tegen het met Hitler bevriende Japan nog steeds in alle hevigheid door. Een oorlog die voornamelijk gevoerd werd door de Amerikanen. Want op 7 december 1941 werd bij verrassing hun grootste marinebasis in de Pacific, Pearl Harbor op Hawaï, door Japan gebombardeerd. Een enorme Japanse militaire overmacht boekte verrassend snel overwinningen dankzij een lange voorbereiding en waande zich onoverwinnelijk.
Het was in de toenmalige Japanse cultuur een grof schandaal als een Japanse militair zich overgaf en tot krijgsgevangene werd gemaakt. Men móest dus wel winnen. Anders kon dit na de oorlog in hun dorp of stad bekend worden en werd zo iemand door hun gemeenschap uitgestoten en pleegde menigeen daarna liever zelfmoord door middel van ‘harakiri’. Ter zee, in de lucht en op al die door Japan bezette gebieden is mede daarom verschrikkelijk hevig gevochten. Eiland voor eiland moest heroverd worden. Toen Japan begon te verliezen zetten ze kamikaze-vliegtuigjes in.
Eenpersoons vliegtuigjes die door een kamikaze/zelfmoord piloot loodrecht op de machinekamer van een vijandig oorlogsschip vloog om die zo tot ontploffing te brengen. Zodoende om het hele schip met de vijandige bemanning tot zinken te brengen. Eiland voor eiland werd pas na ontzettend veel bloedvergieten door de Amerikanen op de jap veroverd. Forceren tot een overgave bleek niet mogelijk omdat men liever stierf voor de goddelijke keizer Hirohito dan om de schande van capituleren en krijgsgevangene te worden te moeten ondergaan. Zelfs na ‘Hiroshima’ op 6 augustus weigerde deze Japanse keizer te capituleren. Dat gebeurde pas na de tweede atoombom op Nagasaki drie dagen later op 9 augustus 1945. Deze zelfde Hirohito is nooit berecht en werd in 1971 door onze koningin Juliana en prins Bernhard voor een staatsbezoek uitgenodigd in de maand augustus….
Wrakstukken als tastbaar bewijs van de oorlog tegen Japan in WO II
Als pensionado heb ik veel gedoken in tropische zeeën. Onverwacht kwam ik dan 70 jaar na mijn geboorte, in een jappenkamp in Atjeh/Noord Sumatra, de gevolgen van de Japanse imperialistische oorlog tegen. Met name in de “koraal driehoek” Sulawesi, West Papua en Palau/Micronesië. Overal stond als ’toeristische attractie’ bij een rondrit ook een bezoek aan een ‘Japanese cave’ op het programma. Op al die eilanden hadden de jappen grotten in heuvels en bergen uitgehouwen. Door tropische begroeiing verscholen voor vijandige vliegtuigen. In die grotten bivakkeerden grote groepen soldaten met hun oorlogsmaterieel in lange gangenstelsels en met kanonnen in de grotopening. Voor meer foto’s zie: https://instagram.com/liberthol2022
Bij iedere toeristische rondleiding over een van de eilanden in Micronesië zag men nog wrakstukken van Japanse tanks, trucks en vliegtuigen.
Oorlogsmonumenten van Japan en de Verenigde staten van Amerika
Op Peleliu was het Japanse commandocentrum van die hele regio gevestigd. Als onderbreking van onze duik-safari in 2012 en 2017 kregen we middenin de week de mogelijkheid om het eiland Peleliu te bezichtigen. De Zuid-Afrikaanse kapitein van de Palau Agressor II vond echter dat we wel iets vooraf moesten weten over dit eiland. Niemand had nog nooit van dit eiland gehoord. Het was geen gewoon eiland, maar een met een bijzonere geschiedenis.
Daarom vertoonde hij de avond voor ons bezoek een documentaire oorlogsfilm van de Amerikaanse marine over hun strijd om dit voor de jap in de oorlog zo belangrijke eiland Peleliu. Het lag vlakbij het grootste eiland Palau en deze realistische film maakte diepe indruk op mij in 2012 en 2017. Vanaf de landing op het strand van Peleliu tot en met de gevechten om “The Bloody Nose” gaf deze film een historisch beeld van hoe de oorlog daar verlopen was en wat dat daadwerkelijk betekende voor de V.S. op weg naar Japan.
Ik zag op de film jappen nu oorlog voeren. Diezelfde jappen weer met hun petten met flappen tot in hun nek en hun lange geweren met en bajonet eraan. Precies zoals in mijn dromen in Semarang op de lagere school. Net als decennia later tijdens mijn dromen in de jaren zeventig toen ik in psychoanalyse ‘op de bank’ lag. Staande bij https://instagram.com/liberthol2022 de wrakstukken van tanks en vliegtuigen beleefde ik dan wat oorlog in werkelijkheid betekende. Sindsdien dwalen mijn gedachten in de aanloop naar de jaarlijkse herdenking op 15 augustus vaak naar die wrakstukken in Micronesië af. Het begin van onze bevrijding.
The Bloody Nose
Midden op het eiland was een grote heuvel van waaruit de jap het hele eiland kon overzien en beschieten. De Jap maakte ook hier weer in de rotsen een enorm groot gangenstelsel voor heel veel manschappen en oorlogsmaterieel. Aan de voorkant een grote opening voor de uitkijk met een draaibare houwitser gemonteerd en verscholen tussen het groen. Omdat er om deze ‘puist’ in de omgeving zoveel bloed vergoten was kreeg deze heuvel de bijnaam ‘’The Bloody Nose”. Ook het commandocentrum elders op dit eiland, verscholen in een stuk bos, had een eigen schuilkelder.
Op de verschillende andere duikeilanden was gelukkig pas op de laatste dag voor ons vertrek zo’n rondleiding over het eiland met uitleg over hun geschiedenis. De hele week daarvoor genoot ik dan steeds onbekommerd van het zeer gevarieerde onderwater leven. Daarna op de laatste dag op het eiland werd het genieten van de tropische de flora en fauna bóven water en zeker ook van de lokale geschiedenis en cultuur. Zie ook: https://instagram.com/liberthol2022. Werkelijk pas aan het slot van zo’n toeristische rondrit over een eiland kwamen de wrakstukken met het verhaal erom heen ter sprake.
In gedachten verzonken bij het wrak van een Amerikaans vliegtuig op het eiland Yap met informatie over de gesneuvelde piloot
Nadat de klas bijna 2,5 uur met een korte pauze van 20 minuten voorbeeldig en met aandacht geluisterd had kwam de hele klas van groep acht van de Nederlandse Ballet Academie op de foto samen met de twee opa’s van een leerling die zojuist hun zeer verschillende geschiedenissen verteld hadden over de Tweede Wereldoorlog.
LibertHollaat op een wereldkaart zien hoe de enorme oorlogsvloot van Japan in het diepste geheim via Alaska voor hun verrassingsaanval naar Pearl Harbor op Hawaï vaart
Blitzkrieg van Japan naar Nederlands Indië
Moeder had het in 1940 en 1941 al moeilijk om overdag alleen thuis te zitten met haar dochtertje van 1,5 à 2 jaar in die wildvreemde omgeving in Atjeh. Maar nu, in december 1941 en de eerste maanden van 1942, kwam daar ook nog de mobilisatie van haar man bij door de oorlogsdreiging vanuit Japan. Iedere dag moest haar man voortaan na kantoortijd tot laat in de avond naar de kazerne en bleef ze nog langer alleen thuis. Dat viel haar toen extra zwaar. Op een avond begin maart 1942 kwam vader niet thuis van het wachtlopen op de kazerne. Grote ongerustheid. De volgende ochtend werd ze in allerijl opgehaald door een legertruck met een paar KNIL-soldaten om de bergen in te vluchten ‘omdat de Jappen waren geland’, zoals ze toen hoorde. Niets kon ze meenemen. Alles moest ze achterlaten. Dicht tegen elkaar gepropt stonden de vrouwen zo met hun kinderen in de legertruck op weg naar een onderneming in de bergen om ook daar nog vrouwen op te halen. Hun vlucht mislukte. Ze werden toch ingehaald door de jap die hen opsloot in een groot complex met een omheining en Japanse militaire bewaking. Haar eerste concentratiekamp.
Het dagelijks leven in een Japans concentratiekamp voor vrouwen en kinderen
Het werd het begin van haar zwerftocht door Noord-Sumatra doordat de jap de gevangen genomen Nederlandse vrouwen en kinderen vaak per trein in goederenwagons (met zinken daken onder de tropenzon!) verplaatsten van het ene concentratiekamp naar het andere. In het begin moesten de vrouwen nog iedere dag een eind buiten het kamp een groot veld met een patjol (=hak) egaliseren. Iedere nacht werd dat geëgaliseerde veld door wilde zwijnen weer omgewoeld. Volkomen nutteloos werk dus en extra zwaar als blanke vrouw in de hitte van de zon. Het Japanse regiem was meedogenloos: urenlang iedere ochtend in de bloedhitte gebogen in een rij staan om geteld te worden. Boog men niet goed of onvoldoende dan werd er met de karabijn hardhandig geslagen. Voor iedere soldaat moest steeds, als deze voorbij liep, diep gebogen worden. Hij was immers de vertegenwoordiger van hun goddelijke keizer Hirohito. Naar het verhaal hoe hun leven verliep in angst voor de gewelddadige jap en met steeds meer honger en ziekten in die vrouwenkampen werd door de leerlingen van deze groep acht ademloos geluisterd. Er was in de concentratiekampen van Atjeh een hoge kindersterfte en in één kamp stierven er zelfs van de 300 kinderen 295!! Ook liet ik de door mijn moeder zelfgemaakte kadootjes zien die ik voor mijn eerste en tweede verjaardag kreeg en liet deze de klas rondgaan. Tot slot liet ik mijn beer als knuffel zien die ik in mijn vierde levensjaar van het Canadese Rode Kruis gekregen had. Mijn eerste knuffel, die ik nog altijd bewaard had.
Vader aan de Birmaspoorlijn
Het verhaal van vader aan de Birmaspoorlijn was niet minder aangrijpend. Wat dit werk aan de Birmaspoorlijn inhield en hoe de krijgsgevangenen zich in leven hielden ondanks hun steeds slechter wordende eten. Wat men deed om aan wat groente en vlees te komen. Hoe men door het sjouwen van zware houten bielzen voor de spoorlijn en rotsblokken van 50 tot 100 kilo in hun blote bast in de gloeiend hete tropische zon heel veel vocht (en zout!) kwijtraakte door hun forse transpiratie en wat men deed om dit aan te vullen. Een tropische zweer werd door bloedvergiftiging en ondervoeding vaak dodelijk. Hoe de krijgsgevangenen aan de Birma-spoorlijn hun wonden en schurft verzorgden. Deze en meer gedetailleerde verhalen als ook hoe de krijgsgevangenen er de moed inhielden om in leven te blijven staan uitgebreid verteld in mijn autobiografie in de context van de wereldgeschiedenis: “LIBERT Zonder dwarsliggers geen spoorlijn”
Voorbeeldige kinderen met echte aandacht
Wij vonden het indrukwekkend hoe deze jonge sprankelende kinderen en met hun focus op ballet toch zo goed stil en met aandacht bleven luisteren naar de verhalen over de Tweede Wereldoorlog verteld door de beide opa’s van ‘ballerina in spe’ Yuna Djoyoadhiningrat. We waren de juf van groep acht, Michelle Leeman, van de Nationale Ballet Academie dankbaar dat we dit mochten doen.
Win Djoyoadhiningrat vertelt gepassioneerd over de rassenwaan van de nazi’s
INLEIDING
Vorige week waren de beide opa’s van onze kleindochter Yuna voor een spreekbeurt in haar groep acht van de basisschool. Deze basisschool hoort bij de opleiding van de Nationale Ballet Academie in Amsterdam. Na de reguliere lessen krijgen deze kinderen iedere dag twee uur balletles. Mijn ‘besan’ (=schoonvader van onze dochter) Win Djoyoadhiningrat en ik waren uitgenodigd om in de klas van Yuna iets over de Tweede Wereldoorlog te vertellen. Beiden zijn wij in de Tweede Wereldoorlog geboren, maar in twee verschillende werelddelen. Win Djoyoadhiningrat heeft als Indonesische jongen de oorlog hier in Nederland meegemaakt en ik als Hollandse jongen en geboren in een jappenkamp in Atjeh/Aceh op Noord-Sumatra in het toenmalige Nederlands Indië.
Ontstaan nationaal bewustzijn en drang naar onafhankelijkheid
Wegens de uitzonderlijke geschiedenissen van beide opa’s kregen wij bijna 2,5 uur de tijd (met een pauze van 20 minuten) om ons verhaal te doen. Eerst vertelde Win hoe zijn vader vanuit Java in 1925 in Leiden rechten ging studeren en daar direct lid werd van de Indonesische Studenten Vereniging ‘Perhimpunan Indonesia’. Deze P.I. sprak zich openlijk uit voor onafhankelijkheid van Nederlands-Indië en was tegen het kolonialisme. Daarom werd zijn vader in 1927 als toenmalig bestuurslid samen met Mohammed Hatta, die aan de Nederlandse Economische Hogeschool (NEH) in Rotterdam studeerde, tegelijk met nog twee andere bestuursleden opgepakt. Hiermee werd het voltallige bestuur van de Perhimpunan Indonesia gevangen gezet. Dankzij het uitstekende (en gratis!) pleidooi van mr. J.E.W. Duys en mr. Tj. Mobach kwamen zij na een steunbeweging vanuit de SDAP in 1928 weer vrij. Drs. M. Hatta is later in diverse kabinetten van de Republik Indonesia vicepresident geworden met Ir. Sukarno als president.
Focus Indonesische studenten in Nederland veranderde
Na de bezetting van Nederland door Nazi-Duitsland sloten de Indonesische studenten zich en bloc aan bij het ondergrondse Nederlandse verzet tegen de nazi’s. Zo heeft de opa van onze schoonzoon o.a. nog Joodse kinderen samen met zijn eigen zoon (want allemaal uiterlijk iets getint) per trein gesmokkeld naar Calais om daar met andere verzetsmensen per boot naar Engeland te laten ontsnappen aan deportatie door de nazi’s en de dood. Wegens erkenning van hun bijdrage aan het ondergronds verzet zaten Indonesische studenten op de eretribune bij het eerste bevrijdingsfeest op 8 mei 1945 op de Dam in Amsterdam. Ook werd de Indonesische student Soegondo Setiadjit als hun vertegenwoordiger nog uitgenodigd als spreker bij dit bevrijdingsfeest op 8 mei 1945 op de Dam. Enkele maanden later na de proclamatie voor onafhankelijkheid op 17 augustus 1945 door Sukarno en Hatta was de genegenheid voor deze Indonesische studenten direct bekoeld. Alle contacten met Indonesiërs uit het ondergrondse verzet in Nederland tijdens de Duitse bezetting werden toen verbroken.
Heel ander verhaalvan haar andere opa Libert Hol.
In februari 1940 vertrokken mijn ouders naar het toenmalige Nederlands Indië. Daarvoor moesten zij vanuit Dordrecht met hun dochtertje van 1,5 jaar ’s nachts per trein met geblindeerde ramen naar Genua rijden. De trein reed ‘s nachts om geen doelwit voor Duitse bommenwerpers te worden. Via het Kanaal konden geen passagiersschepen meer varen omdat de oorlog tussen Engeland en Nazi-Duitsland al begonnen was en het daar onveilig was door Duitse onderzeeboten. Vader wilde altijd graag meer van de wereld zien en greep zijn kans toen hij als boekhouder kon gaan werken op een kantoor van de Overzeesche Gas en Electriciteits Maatschappij (OGEM) in Medan op Sumatra. Moeder had enorme heimwee en viel binnen een jaar ruim 11 kilo af. Alles was anders: het klimaat, het eten, de taal en de gewoonten. Toen een paar maanden later op 10 mei 1940 ook nog Rotterdam gebombardeerd werd door de Duitsers voelde zij het gemis van haar familie des te sterker. Ondertussen luisterden zij ’s avonds gespannen naar de ontwikkelingen in bezet Nederland via de radio.
Japan breidt zijn imperium onder keizer Hirohito verder uit
Bijna twee jaar later, op 7 december 1941, volgde de verrassingsaanval door Japan op de Amerikaanse marinehaven Pearl Harbor op Hawaï in de Stille Oceaan. Deze oorlog was zorgvuldig voorbereid. Al sinds enige jaren werden Japanse passagiersschepen door de Japanse marine in beslag genomen en omgebouwd tot oorlogsschepen voor transport van grote groepen soldaten en oorlogsmaterieel. Zelfs eenpersoons vliegtuigjes met afneembare vleugels werden diep in het ruim vervoerd om als toekomstige kamikazevliegtuigjes te kunnen gebruiken. Terwijl Japan formeel onderhandelde met de V.S. voor ‘een niet aanvalsverdrag’ was alvast in het diepste geheim een enorme oorlogsvloot met kruisers, vliegdekschepen, torpedobootjagers en onderzeeboten via Alaska gevaren en moest daar wachten tot de keizer Hirohito, zoals ook bij alle voorgaande oorlogen, het sein gaf om naar Hawaï te varen. Op 7 december bereikten de Jappen Hawaï en bombardeerden de Amerikaanse marinehaven in Pearl Harbor met een ongekend verwoestend effect. Met die zogenaamde onderhandelingen voor een ‘niet aanvalsverdrag’ met de V.S. strooide Japan met succes zand in de Amerikaanse ogen….
Oorlogsdreiging in Nederlands Indië
Meteen, op 10 december 1941 verklaarde Nederland ook de oorlog aan Japan. Hirohito en zijn immense leger kon nu makkelijk richting Nederlands-Indië optrekken voor verovering. Korea, Mantsjoerije en grote delen van China waren de Jappen al vanaf 1931 bezig te veroveren. Nederlands-Indië kondigde direct de mobilisatie af. Ook Nederlandse burgers moesten nu dagelijks na hun werk naar de kazernes van het Koninklijk Nederlands Indische Leger (de KNIL) om te trainen in oorlogvoering. Zo ook mijn vader, die toen iedere dag na kantoortijd naar de kazerne moest om allerlei militaire vaardigheden te beoefenen en wacht te lopen tot laat in de avond. Totdat het noodlot toesloeg…
Op initiatief van mijn vrouw hebben wij in februari dit jaar 2023 het doorgangskamp Westerbork en in april het Nationaal Monument Kamp Amersfoort uit WO II bezocht. In navolging van mijn ouders heb ik vanaf onze komst in Nederland in 1958 geprobeerd serieus ieder jaar stil te staan bij de dodenherdenking op vier mei. Omdat ikzelf de Tweede Oorlog in “Japans Indië” heb meegemaakt en daarna tot mijn vijftiende jaar in de Republik Indonesia gewoond heb vond ik het bij deze bezoeken aan beide kampen bijzonder interessant om weer nieuwe feiten over de oorlog in Nederland te vernemen. In aanloop naar 4 en 5 mei kwamen er al vaak interessante artikelen in dag- en weekbladen en uitzendingen op radio en tv over de situatie vlak voor en tijdens de oorlog in Nederland. Heel veel later volgde ook informatie over de schandalige ontvangst door ‘ons Nederlanders’ van de overlevenden van de vernietigingskampen van de nazi’s in Duitsland en Polen. Met als apotheose het gedegen onderzoek als tweeluik in 2014 en 2016, respectievelijk ‘Een diep zwarte sluier’ over de grensplaats Venlo en de Jodenvervolging en ‘Het kapitaal van Sal Walvis’ met acht verhalen over de joodse vervolgden in Noord-Limburg van de auteur en onderzoeker Gerrit van der Vorst als zeer indrukwekkend papieren monument.
Tentoonstelling Artsen(l)eed in Kamp Amersfoort
Met deze tentoonstelling ‘Artsen(l)eed’ besefte ik weer eens wat ik allemaal niet wist en met mij waarschijnlijk vele Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog geboren zijn. Maar ook schokkend vond ik dat beide kampen als blijvend monument voor het nageslacht behouden zijn gebleven dankzij inzet en actie van individuele burgers, maar nietdoor een regeringsbeleid met visie op de toekomst. Want er bestaat geen ‘heden zonder verleden’ en ‘geen toekomst zonder heden’. Juist in onze tijd lijkt mij alertheid extra geboden om niet hele bevolkingsgroepen te discrimineren of tegen elkaar op te zetten. Met het oog op onze gemeenschappelijke toekomst. Ook in Nazi-Duistland zijn er immers vele jaren van anti-joodse stemmingmakerij vooraf gegaan aan de explosie van haat in de Kristallnacht. En wat daarna volgde. Tegenwoordig hoort men opnieuw ontkenning en bagatellisering van de Shoa/Holocaust door ‘vaderlandslievende’ mensen en groeperingen. Persoonlijk lijkt het me daarom heel zinnig om aan dit stuk vaderlandse geschiedenis van Nederland ook door middel van deze beide Nationale Monumenten meer bekendheid te geven. Om kennis te kunnen nemen van onze eigen recente geschiedenis. Hoe wij daar na de Tweede Wereldoorlog mee omgingen.
Eeuwenoude Eed van Hippocrates verschillend geïnterpreteerd?
Deze speciale tentoonstelling is ter gelegenheid van het feit dat het vorig jaar 75 jaar geleden was dat er een georganiseerd artsenverzet ‘Medisch Contact’ tegen de discriminerende nazi-wetten opgericht werd. Zeer de moeite waard om deze te bezoeken, ook voor de beslissingen in ónze tijd. Onder andere duidelijk gemaakt met foto en verhaal van een Koerdische arts in een Koerdisch ziekenhuis ergens in het grensgebied van Syrië en Turkije die een IS-strijder aan zijn ernstige brandwonden helpt. Een totaal andere houding dan de toenmalige kampartsen van Nieuwenhuysen en Klomp in Kamp Amersfoort. Maar zie hier ook hoe massaal artsen wèl in verzet kwamen tegen het nazi-bewind in Nederland.
Indoctrinatie op college ‘Sociale Tandheelkunde’ in 1970 ter voorbereiding op het tandartsexamen
Als vanzelf moest ik hierbij denken aan mijn eigen ervaringen als tandarts-algemeen practicus in de jaren zeventig voor de tandheelkundige behandeling van mensen bij de kunstmatige scheiding tussen ziekenfonds patiënten en particulier verzekerde patiënten. Hoe wij als studenten bij het vak Sociale Tandheelkunde bij colleges over de eed of belofte, die wij over een paar maanden zouden gaan afleggen, voorbereid werden om de ziekenfondsverzekerden niet te behandelen (sic!). Wij hadden immers een “vrij beroep” en behoorden ons niet te laten “dwingen” door het beperkte ziekenfonds pakket voor tandheelkundige behandeling. Beperkt wegens een immense tandheelkundige behandelachterstand in Nederland en een schromelijk tandartsentekort. Het werd daarom heel normaal gevonden en goed gepraat door diverse politieke partijen en mijn eigen tandartsenorganisatie (NMT), dat menige tandarts in die jaren van de ene op de andere dag ‘rücksichtslos” ziekenfonds patiënten uit zijn of haar praktijk zette. Met dramatische gevolgen. Herinneringen aan deze bizarre ervaringen en mijn geworstel daarbij om niettemin de juiste beslissingen te nemen. Welke ethiek zou er nú, anno 2023, bij het vak ‘Sociale Tandheelkunde’ gedoceerd worden? Welk klimaat zou er nu binnen de beroepsorganisatie KNMT heersen? Dat waren vragen die bij mij opkwamen. Een tentoonstelling die tot nadenken stemt! Tenstoonstelling ‘Artsen(l)eed’ is tot en met zondag 7 januari 2024.
Voor de mensen die (nog) niets weten van het leven in de Indonesische archipel in de tijd dat het als kolonie deel uitmaakte van het Koninkrijk der Nederlanden en van de tijd daarna vind ik dit een zeer lezenswaardig maandblad.
Moesson was als het blad ‘Onze brug’ opgericht in 1956 voor onderlinge verbinding tussen de vele honderdduizenden Indo’s die na de tweede wereldoorlog en de onafhankelijkheid van Indonesië naar Nederland waren gekomen. Vooral de scherpzinnige Indische schrijver Tjalie Robinson drukte zijn stempel op dat blad en noemde dit blad na twee jaar Tong Tong. Dat duurde twintig jaar en na zijn dood doopte zijn weduwe dit blad weer om tot Moesson. Niet alleen Indo’s, maar alle mensen (Indo’s en Totoks) herkenden heel veel in de verhalen in Tong Tong over het leven in de Indonesische archipel, waar ze veelal noodgedwongen, plotseling uit losgerukt waren. Taal, gewoonten en gebruiken net zoals het eten en drinken uit Indonesië waren immers totaal anders dan in Nederland. Dat gaf een gevoel van vertrouwde verbondenheid.
Tegenwoordig is het een fraai maandblad geworden met heel veel wetenswaardigheden, goede interviews, boekbeschrijvingen en evenementen voor de Indische gemeenschap en nog meer dat zeker ook interessant is voor de geïnteresseerde Nederlander. Degene, die wat meer wil weten en begrijpen van de geschiedenis, kunst en cultuur van het voormalige Nederlands Indië en het ontstaan van de jonge Republiek Indonesia komt hier in dit maandblad aan haar of zijn trekken. Of dat nu voor de vierde generatie van mensen uit Indonesië is of voor de geboren ‘Hollander’: men kan via dit blad meer over de Indische geschiedenis leren kennen en de Indische cultuur proeven. En soms ‘ruiken’ bij allerlei heerlijke recepten uit de zeer gevarieerde Indonesische keuken. Blij verrast was ik dan ook, dat mijn boek ‘LIBERT Zonder dwarsliggers geen spoorlijn’ over ervaringen van mijn eerste 15 jaar in Indonesië en over de ervaringen c.q. aanpassingen in Nederland daarna, vermeld stond in dit maandblad Moesson. Als echte ‘totok belanda’ ofwel volbloed Hollander ben ik nu eenmaal mede gevormd door de rijke cultuur van dat land.