OPEN PODIUM
EEN GESLAAGD OPEN PODIUM VOOR BETROKKENEN EINDE WO II
Het Indisch Herinnering Centrum met een Open Podium op weg naar 15 augustus 2024.
Op zondag 11 augustus vond dit plaats in aanloop naar de herdenking van het ECHTE einde van de Tweede Wereldoorlog 79 jaar na de capitulatie van Japan.
Een persoonlijk verhaal
“Waarom vind ik herdenken van het echte einde van de Tweede Wereldoorlog zinvol?”
“Oorlogen zijn er toch altijd al geweest? “
Dat klopt.
Toch vind ik het zinvol.
Allereerst omdat ik deze Tweede Wereldoorlog uniek vind in de geschiedenis:
Om een drietal redenen:
1. Voor het eerst in de geschiedenis werd er toen een grondige poging gedaan om een hele bevolkingsgroep op fabrieksmatige wijze uit te roeien.
2. Voor het eerst werden er medische experimenten met gevangenen gedaan. Deze werden onder andere besmet met dodelijke ziekten om te kijken hoe zo’n ziekte verliep om er daarna biologische wapens mee te maken. Dit gebeurde door de nazi’s (dokter Mengele c.s.), maar óók door de Jappen vanaf 1936 tot 1945 in China in hun Eenheid 731. Met aan het hoofd Shiro Ishii, die overigens nooit berecht is.
3. Voor het eerst en hopelijk ook voor het laatst zijn er atoombommen gebruikt op 6 en 9 augustus 1945 op Hiroshima (Little boy) en Nagasaki (Fat man).
Ook na déze Tweede Wereldoorlog hoorde men overal de roep: ”Nooit meer oorlog!” Daarom zijn toen o.a. de Verenigde Naties in het leven geroepen.
Maar ondertussen ging men wèl gewoon door met het ontwikkelen van nieuwe en zwaardere kernwapens waarmee zelfs de hele wereld meerdere keren totaal vernietigd kon worden. En is er al diverse keren gedreigd ze te gebruiken. In oktober 1962 hadden we bijna de Derde Wereldoorlog met kernwapens. Het risico op een totale kernoorlog was daarom nooit voorbij. Want wie houdt de dictator met atoomwapens tegen om de eerste klap te geven? Of wie houdt een dictator tegen als een mogelijke bedreiging op een misverstand berust en een kettingreactie van atoombommen in gang gezet wordt? Dit zijn vragen die bij mij opborrelen tijdens deze herdenkingen.
Nu iets meer over mijzelf .
Mijn ouders gingen vanuit Dordrecht in februari 1940 voor het eerst naar het toenmalige Nederlands Indië. Mijn vader zou als boekhouder bij een Nederlands bedrijf gaan werken in Medan. Een paar maanden later werd Rotterdam gebombardeerd; vlakbij hun hele familie in Dordrecht.
In deze onzekere tijd moesten zij leren wennen aan van alles: de tropen, de taal, het eten, de cultuur, het hebben van bediendes, kortom het hele leven daar in een samenleving met scherpe scheidingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen.
Twee jaar later; maart 1942.
Mijn vader werd sinds Pearl Harbor gemobiliseerd en moest dagelijks na kantoortijd naar de
kazerne van het KNIL. Er dreigde een invasie van Japan. Op één van die avonden ging hij weer naar de tanxi om wacht te lopen en kwam de volgende ochtend niet meer terug… In plaats daarvan werd mijn moeder met haar tweejarige dochtertje die ochtend met een truck van het KNIL opgehaald om de bergen in te vluchten. De Jap was geland… Een paar weken later bleek ze ook nog zwanger van mij. Dat was het begin voor haar van 3,5 jaar gevangenschap in 14 verschillende Japanse concentratiekampen in Aceh en rond Medan.
Dat vervoer van vrouwen en kinderen gebeurde per trein, opeen gepropt in goederenwagons zonder sanitaire voorzieningen met zinken daken onder de tropenzon. Moeder met een peutertje en inmiddels ook een baby. Mijn vader bleek voor het bouwen van de Birma-spoorlijn ook uitgenodigd te zijn door de goddelijke keizer Hirohito. Zij zagen elkaar pas weer op 3 januari 1946. Dit heeft diepe groeven in hun ziel gekrast met alle gevolgen van dien.
Voor henzelf en voor het gezin.
Toen in 1971 dezelfde keizer Hirohito, in wiens naam zoveel mensen geleden hadden en gestorven waren, op bezoek kwam bij koningin Juliana en prins Bernhard (notabene in augustus!!) protesteerden publiekelijk twee oorlogsslachtoffers fèl. De acteur Willem Nijholt en de cabaretier Wim Kan.
Sinds die tijd ging ik me meer verdiepen in de Japanse agressie tijdens de Tweede Wereldoorlog. In mijn eigen geschiedenis dus.
Het staartje van de onafhankelijkheidstrijd van Indonesia heb ik nog op de lagere school in Semarang meegemaakt. Daarna tot en met de derde klas gym heb ik op het Christelijk Lyceum in Bandung gezeten en een ontzettend leuke en waardevolle tijd gehad t/m mijn vijftiende jaar. Maar door een steeds grimmigere boycot van alle Nederlanders moesten wij binnen een week vluchten naar Nederland. Als totok belanda met Hollandse ouders bleek ik meer ontheemd te zijn dan verwacht. Na de middelbare school ging ik tandheelkunde studeren in Utrecht, maakte de roerige jaren zestig intensief mee en kwam daarna terecht in de bizarre tandartsenwereld van de jaren zeventig. Werd verliefd en ging trouwen.
Toch liep ik vast en mij werd psychoanalyse geadviseerd wegens de ernstige beschadiging in mijn vroegste jeugd, met name in de eerste duizend dagen. Dat betekende eerst vier jaar 4x per week op de bank liggen. Zeven jaar later in 1985, na een bezoek aan de Birmaspoorlijn met mijn ouders en uitsluitend ex-Birmakrijgsgevangenen, nog eens 3,5 jaar 4x per week. Op die reis hoorde en zag ik namelijk zoveel ellende dat ik weer terug viel. De verhalen van ex-Birmakrijgsgevangenen, die na de oorlog linea recta als KNILLERS werden ingezet tijdens de Bersiap.
Hun verschrikkelijke verhalen deden mij denken aan die van twee patiënten, een Indisch echtpaar, in 1978 met wie ik een leuk contact had. Hij liep mank, met een wandelstok, en had een tandeloze onderkaak met een zeer onregelmatige vorm. Hij had daardoor grote problemen met zijn onderprothese.
Enthousiast vertelde ik dat ik net in die zomer terug was van een reis naar mijn geboorteland. (na 20 jaar). Onthutst liet mevrouw me toen weten nooit meer terug te durven naar Indonesië omdat zij allebei na de oorlog in een concentratiekamp van de Pemuda’s hadden gezeten. “Weet u”, zei ze, “Dat was nog erger dan bij de Jap. Mijn man is daar verschrikkelijk gemarteld. Daarom loopt hij zo moeilijk. En zijn kaken waren verbrijzeld”.
Deze en andere verhalen die ik vroeger van mijn ouders en jaren later nog van mijn moeder hoorde op het veld tijdens de herdenkingen op 15 augustus borrelen vanzelf op bij zulke gelegenheden.
Het Indisch Onze Vader dat ooit begonnen was doordat in een jappenkamp op Java iemand, ik meen een pater, dit lied zachtjes voor het slapen gaan begon te zingen. Waarna de andere gevangenen ook zachtjes mee begonnen te zingen als troost en bemoediging, maar ook als teken van verzet. Het raakt me iedere keer weer.
Net zoals de woorden van het zesde couplet van het Wilhelmus dat ik staande naast mijn moeder vaak met trillende lippen zachtjes meezong. Ik besefte dan dat als je in alle tirannieke ellende helemaal op jezelf teruggeworpen was je dan kon ervaren, dat je tóch gedragen werd door de Schepper van al wat leeft en kon beseffen dat het leven zó niet bedoeld was. Dan ging bidden om kracht om het niet op te geven en zo de hoop op een menswaardig leven te behouden.
Door nu van tijd tot tijd stil te staan bij wat oorlog betekent en stil te staan bij wat daaraan altijd vooraf ging kunnen we gevoelig blijven voor soortgelijke signalen in ónze tijd. En daarbij dan niet weg te kijken… Maar met niet aflatende inzet blijven zoeken naar wegen om conflicten, ook tussen staten, zonder geweld op te lossen. WANT, zo meen ik:
“Herinnering kan de bron zijn van vernieuwing. Maar verdringing is de oorzaak van herhaling”
(Friedrich Schorlemmer)
Ondertussen krabbelde ik weer op en heb een mooi leven gehad. Vorig jaar hebben mijn vrouw en ik ons vijftigjarig huwelijk gevierd met uitsluitend familie. We zijn blij met onze zeven kleinkinderen, de gezinnen van onze drie dochters, die mij het zetje hebben gegeven tot het schrijven van een autobiografische en historische roman tijdens het eerste ‘Coronajaar’. Waarin óók deze mooie jaren uitvoerig beschreven staan. Ik heb genoten van de natuur tijdens het joggen en van prachtige duikvakanties https://instagram.com/liberthol2022 in diverse tropische zeeën. Geniet nog steeds van de goede dingen van het leven.
Zodoende heb ik ervaren, dat, ook al heb je nog zo’n slechte start of veel tegenslag in je leven gehad, er altijd een weg ten goede mogelijk is als je niet opgeeft en volhoudt met hulp van de juiste mensen.